Spreekbeurt Judo

spreekbeurt-judo
nkjn
Door Rob Gullikers uit Slenaken

Mijn spreekbeurt over judo

Ik wil mijn spreekbeurt over judo doen, omdat ik daarop zit en ik vind het een erg leuke sport. Daarom wil ik jullie er graag iets meer over vertellen.

De geschiedenis van judo

Judo werd in ongeveer 1882 verzonnen. Judo betekent ‘zachte weg’. Iemand die aan judo doet, noem je een judoka. Judo is inmiddels een vechtsport die wereldwijd wordt gespeeld. Het is tevens een Olympische sport. Toen judo werd bedacht, werd er gekeken naar de Japanse geschiedenis van vechtkunsten. Klemmen en worpen werden niet toegestaan bij judo, omdat dit gevaarlijk kan zijn voor onervaren spelers. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat kracht geen rol zou spelen bij judo, maar uiteindelijk is dit toch ook wel belangrijk geworden.

Judo technieken

Alle technieken van judo zijn erop gericht om je tegenstander te verslaan zonder dat je hem echt pijn doet. Er zijn verschillende technieken die je moet leren beheersen als je goed wilt worden in judo. Je heb twee soorten technieken, namelijk werptechniek en controletechniek. Bij de werptechniek heb je meerdere technieken, zoals beenworpen, heupworpen, schouderworpen, armworpen en offerworpen. De naam van de worp geeft aan waarmee je werpt. Doe je bijvoorbeeld een armworp dan gebruik je je armen en doe je een schouderworp dan gebruik je je schouder. Dan heb je nog de controletechniek. Dit geeft aan hoe je je tegenstander onder controle houdt. Je hebt vier soorten, namelijk de houdgrepen, het armklemmen, het beenklemmen en de verwurgingen. Natuurlijk is het bij deze laatste niet de bedoeling dat je de tegenstander echt gaat wurgen.

Judo kleding

Als je gaat judo’n, moet je speciale kleding aan. Je judoot in een judogi. Dit is een judopak dat uit een witte katoenen broek en een witte katoenen jas bestaat. Je jas wordt dichtgehouden door een band. En de kleur van de band zegt iets over hoe goed je in judo bent. Daar vertel ik zo meteen nog meer over. De broek noem je een zubon en de jas noem je een uwagi. De band heet obi. En alle drie deze dingen samen noem je gi. Wanneer er wedstrijden op hoog niveau worden gespeeld dan heeft de ene judoka een wit pak aan en het pak van de ander is blauw. Dit is zodat de scheidsrechter de judoka’�s dan beter uit elkaar kan houden, want soms gaat een wedstrijd erg snel.

Banden

Zoals ik net al zei, kun je aan de band van een judoka zien hoe goed hij is. De beginners zitten ingedeeld in kyu’s en dat zijn klassen. Gevorderde judoka’s zitten in dan’s en dat zijn graden. Er zijn zes kyu’s en elf dan’s. Je begint met de zesde kyu. Dit is de witte band. Door verschillende bandexamens te halen kun je door naar de eerste kyu. Dit is de bruine band. De kleurvolgorde is wit, geel, oranje, groen, blauw en bruin. Vanaf je zestiende jaar kan je examen doen om de zwarte band te halen. Dit noem je de eerste dan. Vervolgens kun je bij regionale examens je tweede en derde dan halen. Je vierde en vijfde dan kun je landelijk halen. Hogere dan’s kun je alleen halen op grond van speciale verdiensten voor de judosport. Over de hele wereld zijn slechts achttien judoka’s die de tiende dan hebben. Anton Geesink is hier één van. De allerhoogste graad die je kunt halen met judo is de twaalfde dan. Deze is alleen voor de grondlegger van het judo: Jigoro Kano. De elfde dan bestaat niet.

Anton Geesink

Anton Geesink was een Nederlandse judoka. Hij was zowel wereldkampioen als Olympisch kampioen in judo. In 2010 is hij overleden. Anton Geesink was bijna twee meter lang en woog 120 kilo. Hij was de eerste man die niet uit Japan kwam om de wereldtitel judo te halen in alle categorieën. Hij deed dit in 1961. In 1964 won hij goud op de Olympische Spelen in Tokyo, ook in alle categorieën van het judo. Hij heeft 21 Europese judotitels. Vier keer werd hij benoemd tot sportman van het jaar.

Wedstrijd

Tijdens een judo wedstrijd is het de bedoeling om je tegenstander in volle vaart plat op zijn rug te gooien. Als dit lukt dan heb je gewonnen en dan heb je ippon. Je krijgt ook ippon wanneer je een gevecht afmaakt met een houdgreep die je 25 seconden vast kunt houden. Het is soms lastig om ippon te krijgen en daarom worden er punten gegeven voor worpen die minder goed lukken. Je wint dan als je het meeste aantal punten hebt.