Inhoud
Spreekbeurt over de egel
Door Rowena uit groep 7
Ik houd mijn spreekbeurt over de egel. Ik heb dit onderwerp gekozen, omdat ik er pas eentje heb gezien bij mij in de tuin en toen werd ik nieuwsgierig naar de egel.
Kenmerken van de egel
De egel is een zoogdier die je veel tegenkomt in tuinen in West-Europa. Egels staan vooral bekend om hun stekels. De egel is ongeveer tien tot dertig centimeter lang en tot wel vijftien centimeter hoog. Hij kan wel tot 1,5 kilo wegen vlak voor de winterslaap. Normaal gesproken weegt de egel ongeveer 250 á 1250 gram. Een egel heeft een klein lijf met een spitse kop en een kleine staart. Deze staart zit verborgen tussen zijn stekels. De kop van de egel is best wel breed, maar de kop wordt naar zijn neus toe wat smaller. Hij heeft kleine oren die je nauwelijks kunt zien. De ogen van de egel zijn klein en zwart en ze staan aan de zijkant van de kop van de egel. Hij heeft 36 tanden. De poten van de egel zijn tien centimeter lang, maar dit zou je niet zeggen als je een egel ziet lopen. Hij houdt zijn poten dan namelijk gebogen. Elke poot heeft een klauw die voorzien is van vijf tenen. De vacht van de egel is vaak grijs of donkerbruin. De kop, de buik en de poten hebben een dunne vacht van lang, stug haar. En op zijn rug zitten stekels. Een egel heeft ongeveer 8500 stekel die gemiddeld 2 centimeter lang zijn.
Zintuigen van de egel
Van alle zintuigen die een egel heeft, is de reuk het beste ontwikkeld. Een egel kan hierdoor insecten vinden die zich drie centimeter onder de aarde zitten. De egel heeft ook een heel goed gehoor, maar zijn ogen zijn niet zo goed. Een egel is bijziend en dat betekent dat hij dingen dichtbij wel redelijk goed kan zien, maar dingen die verder weg zijn die kan hij niet zo goed zien. De egel kan echter wel kleuren onderscheiden, ook al zijn die niet zo dicht bij hem.
Sporen van de egel
Als ergens een egel heeft gelopen dan kun je dit makkelijk herkennen. Je ziet namelijk alle vingers en tenen van de egel. De achterpoot is 25 mm breed en 40-45 mm lang. Zijn voorpoot is 25-30 mm breed en 40 mm lang. Je kunt ook de nagels van de egel zien. De nagel aan zijn vierde teen is drie keer groter dan de nagel aan zijn tweede teen. En de binnenste teen aan de achterpoot van de egel komt tot aan het begin van de buitenste teen. Maar naast zijn pootafdrukken kun je een egel ook herkennen aan zijn poep. Zijn uitwerpselen zijn glanzend zwart in de vorm van een cilinder. Aan het uiteinde zit een punt. Een egel keutel is acht tot twaalf mm dik en drie tot zes cm lang. Heel vaak kun je groene, blauwe, zwarte en paarse stukjes in de egel uitwerpselen zien. Dit zijn resten van kevers en andere insecten. Maar soms zit er ook zand of steentjes in de keutels van de egel. Egels maken ook geluid. Wanneer hij aan het eten is dan kun je een beetje gesnuif horen. Als een egel denkt dat hij in gevaar is dan gaat hij knorren. En wanneer de egel gaat paren dan maakt hij fluitgeluiden. Daarnaast kan hij ook piepen, sjirpen en sissen. Dus als je zulke geluiden hoort dan kan er wel eens een egel in de buurt zijn.
Voedsel van de egel
Egels eten insecten die ze vinden in de ondergroei. Hij zoekt met zijn snuit naar prooien tussen bladeren, pollen en aarde. Hij maakt daarbij ook gebruik van zijn oren om te kunnen horen of er een potentiële prooi onder de grond kruipt. Als een egel echt honger heeft dan kan hij wel tachtig regenwormen of kevers in een paar uur opeten. Egels eten onder andere regenwormen, rupsen, kevers, slakken, pissebedden en duizendpoten. Ook lust hij appels, spinnen, kikkers, padden, mollen, visresten en bessen.
Winterslaap
Egels houden ook een winterslaap, want ze kunnen niet zo goed tegen de kou. Zijn vacht met stekels is niet zo warm waardoor een egel niet lang kan leven als het kouder is dan 12C. Hij slaapt ongeveer van oktober tot april. Zijn lichaamstemperatuur gaat tijdens zijn winterslaap van 36C naar 10C en zijn hartslag van 190 naar 20 per minuut. Wanneer hij klaar is met zijn winterslaap weegt hij nog maar 350 gram. Hij heeft dan heel erg veel honger.